Over vrije school de Berkel in Nijmegen. Een middelbare school voor vmbo, havo en vwo.
Wat is de visie op onderwijs en leren van deze school.
Wat vind je terug van de oorspronkelijke uitgangspinten van jullie pedagogische stroming?
De school werkt dus vanuit de antroposofie van Rudolf Steiner. De Berkel is gebaseerd op het idee dat een mens zich ontwikkelt in leeftijdsfasen. In iedere leeftijdsfase ligt er een accent op een bepaald deel van de menselijke ontwikkeling. De totale leerling wordt aangesproken. Juist het aanspreken van hoofd, hart en handen kan leiden tot een optimale ontplooiing van de leerling. Daarom worden naast kennisgerichte vakken veel praktische en kunstzinnige vakken gegeven. De inhoud van deze vakken is een middel om tot ontwikkeling te komen.
De Berkel vind dat de sociale ontwikkeling van de leerling ook een belangrijke rol speelt. Verantwoordelijkheidsgevoel,inlevingsvermogen, tolerantie, respect, wilskracht, creativiteit, zelfwerkzaamheid en collegialiteit zijn allemaal kwaliteiten die naast intellectuele vermogens en kennis bepalend zijn voor de levensloop van de leerlingen. Daarom worden de klassen ook niet ingedeeld naar hun intellectuele vermogens, maar naar hun leeftijd. Zodat ze elkaar leren te waarderen op hun diverse en verschillende kwaliteiten. Al word er op de Berkel vanaf klas negen in niveaugroepen gewerkt bij wiskunde, omdat de niveaus onderling te ver uiteen liepen. Voor de moderne vreemde talen wordt dit vanaf klas tien gedaan.
Rudolf Steiner ging er vanuit dat elke leerling een unieke geestelijke identiteit bezit. De Berkel vind dat onderwijs er op gericht moet zijn dat de leerling zichzelf kan leren vinden. De aangeboden lesstof moet dan ook zowel inhoudelijk als naar de vorm ontwikkelingsstof zijn. Daarom word er op de school veel pedagogische en didactische vaardigheden gebruikt.
Rudolf Steiner en De Berkel vind het belangrijk dat je leert te ontdekken wie je bent als mens. Wat wil ik? Wat kan ik? Hoe leer ik? Wie ben ik? Wat vind ik belangrijk in het leven?
Welke rol is er toebedeeld aan de beeldende vakken?
De Berkel streeft naar een zo breed mogelijke ontwikkeling van menselijke vermogens. Het gaat niet alleen om het verwerven van kennis, maar vooral ook om ontwikkeling van gevoel voor het sociale en het kunstzinnige en om het verkrijgen van ambachtelijke en technische vaardigheden. Hiermee wordt een basis gelegd voor het latere leven en voor het functioneren in de maatschappij. Er word dus veel aandacht besteed aan ontdekken en leren omgaan met de sociale en creatieve vaardigheden van de leerlingen. Daarbij spelen beeldende vakken ook een rol.
De Berkel heeft ook nog een praktische stoom, de Regge. Gewoonlijk wordt bij het leren gebruikt gemaakt van analytische processen, die uiteindelijk tot theoretische abstractie moeten leiden. Hiervoor is minstens een gemiddelde theoretische intelligentie nodig. Maar er zijn ook leerlingen die gemakkelijker leren door
te doen, te werken en te ervaren. Zij maken gebruik van andere 'soorten van intelligentie’: praktische en sociale intelligentie. Deze leerlingen willen de werkelijkheid vooral op concrete wijze ervaren, het liefst zichtbaar of op een andere manier beleefbaar. Zij willen vaak leren in een samenhang; de dingen zien in een groter verband. Door op die manier onderwijs te geven, gebruik je hun eigen vermogens en groeit hun zelfvertrouwen. De leerlingen zullen zich gemotiveerd voelen om zich te ontwikkelen tot zelfstandige en zelfbewuste mensen. Daarbij is het heel goed mogelijk dat allerlei onvermoede talenten zichtbaar gaan worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten